Welke SWT-mogelijkheden heeft een werknemer in de toekomst?

Enkel de werknemers die worden ontslagen door de werkgever, kunnen in aanmerking komen voor SWT. Bovendien moet de werknemer een bepaalde leeftijd hebben bereikt en een bepaalde beroepsloopbaan kunnen aantonen.

Algemeen stelsel: SWT vanaf 62 jaar

De cao nr. 17 voorziet in een recht op SWT vanaf de leeftijd van 62 jaar. De vereiste loopbaan bedraagt 40 jaar voor de mannelijke werknemers. Momenteel moet een vrouwelijke werknemer 39 jaar loopbaan kunnen aantonen, maar vanaf 2024 bedraagt de loopbaanvoorwaarde ook voor hen 40 jaar.

Afwijkende stelsels: SWT op een leeftijd jonger dan 62 jaar

SWT zeer lange loopbaan

Dit is een algemeen stelsel, op basis van een NAR-cao. Voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 worden de voorwaarden en modaliteiten bepaald door de NAR-cao nr. 167. Er is geen sectorale of ondernemings-cao vereist.

Het stelsel is van toepassing op de ontslagen werknemers die op het einde van de arbeidsovereenkomst 60 jaar en ouder zijn en die op het einde van de arbeidsovereenkomst een loopbaan van 40 jaar als loontrekkende kunnen bewijzen

SWT zware beroepen, nachtarbeid of medische ongeschiktheid bouwsector

Dit is een sectoraal stelsel voor werknemers met een zwaar beroep of op basis van nachtarbeid of een medisch attest in de bouwsector. Er is dus een sectorale cao vereist om het recht op dit SWT te openen. De sectorale cao mag de geldigheidsduur van de NAR-cao niet overschrijden. Voor de periode van 1 juli 2023 tot 30 juni 2025 bepaalt de NAR-cao nr. 166 de voorwaarden voor de toekenning van de bedrijfstoeslag voor dit SWT.

Het recht op dit SWT wordt toegekend aan werknemers die op het einde van de arbeidsovereenkomst 60 jaar of ouder zijn en die op dat ogenblik een beroepsverleden van 33 jaar hebben.

Bovendien moeten de werknemers:

  • hetzij minstens 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregime met nachtprestaties (cao nr. 46);

  • hetzij gewerkt hebben in een zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar in de loop van de laatste 10 loopbaanjaren of minstens 7 jaar in de laatste 15 loopbaanjaren;

  • hetzij tewerkgesteld zijn door een werkgever die behoort tot de bouwsector en beschikken over een attest van de arbeidsarts dat de ongeschiktheid tot voortzetting van de beroepsactiviteit bevestigt.

Wordt beschouwd als een zwaar beroep: het werk in wisselende ploegen, het werk in onderbroken diensten en het werk in een arbeidsregeling zoals bepaald in de cao nr. 46. 

SWT zware beroepen

De NAR-cao nr. 143 bepaalt sinds 1 juli 2021 voor onbepaalde duur de leeftijdsvoorwaarde voor de toegang tot dit stelsel. Bovendien is een sectorale of een ondernemings-cao vereist die in dit stelsel voorziet.

De leeftijdsgrens voor dit SWT is 60 jaar. De werknemer moet tevens een beroepsloopbaan van 35 jaar hebben en in een zwaar beroep hebben gewerkt gedurende minstens 5 jaar in de loop van de laatste 10 loopbaanjaren of minstens 7 jaar in de laatste 15 loopbaanjaren.

Wordt beschouwd als een zwaar beroep: het werk in wisselende ploegen, het werk in onderbroken diensten en het werk in een arbeidsregeling zoals bepaald in de cao nr. 46.

SWT voor werknemers met een statuut van mindervalide of met ernstige lichamelijke problemen

Dit is een algemeen stelsel, op basis van een NAR-cao. Voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 bepaalt de NAR-cao nr. 165 de voorwaarden en modaliteiten voor dit stelsel. Er is geen sectorale cao of ondernemings-cao nodig.

Het SWT vanaf 58 jaar is mogelijk voor werknemers met een beroepsloopbaan van 35 jaar. Bovendien moet de werknemer aan één van de volgende voorwaarden voldoen:

  • hij heeft het statuut van mindervalide werknemer erkend door een bevoegde autoriteit;

  • hij heeft ernstige lichamelijke problemen;

  • hij werd tijdens de vroegere beroepsactiviteit vóór 1 januari 1993 gedurende minimum twee jaar rechtstreeks blootgesteld aan asbest.

Een SWT-er moet in principe aangepast beschikbaar blijven voor de arbeidsmarkt tot de leeftijd van 65 jaar. Afhankelijk van het SWT-stelsel dat op hem van toepassing is, kan hij op basis van zijn ontslagdatum, leeftijd of beroepsverleden worden vrijgesteld van de verplichting tot aangepaste beschikbaarheid.

De regelgeving op dit vlak wordt vanaf 1 juli 2023 onder dezelfde voorwaarden verlengd. Dit gebeurt door de NAR-cao nr. 168 die geldig is voor de periode van 1 juli 2023 tot 31 december 2024 en de NAR-cao nr. 169 die geldig is voor de periode van 1 januari 2025 tot 31 december 2026.

Bron: NAR CAO nr. 165, 166, 167, 168 en 169 van 30 mei 2023, www.cnt-nar.be.

 

Aanvullende vergoeding SWT: herwaardering vanaf 1 juli 2023

Een SWT’er (werkloze met bedrijfstoeslag) ontvangt het volgende inkomen:

  • een maandelijkse werkloosheidsuitkering ten laste van de RVA;

  • een aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever of het Sociaal Fonds.

Het wettelijk minimumbedrag van de aanvullende vergoeding stemt overeen met de helft van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsuitkering. Het netto referteloon is gelijk aan het begrensd brutoloon van de refertemaand, verminderd met de sociale zekerheidsbijdragen en de bedrijfsvoorheffing.

Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op het ogenblik dat het SWT ingaat. Eenmaal vastgesteld, wordt dit bedrag enkel nog geïndexeerd en geherwaardeerd.

Index

Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan de index der consumptieprijzen, volgens de modaliteiten die van toepassing zijn op de werkloosheidsuitkeringen. Wanneer de werkloosheidsuitkeringen geïndexeerd worden, gebeurt dit dus ook met de aanvullende vergoeding.

Herwaardering

Bovendien kan het bedrag van de aanvullende vergoeding, in toepassing van cao nr. 17, elk jaar op 1 januari door de NAR worden herzien in functie van de loonevolutie. Begin 2023 deelde de NAR mee dat er op 1 januari 2023 geen herwaarderingscoëfficiënt moest worden toegepast op de aanvullende vergoedingen SWT.

Op 30 mei 2023 heeft de NAR echter de cao nr. 17/42 afgesloten die bepaalt dat er vanaf 1 juli 2023 een herwaarderingscoëfficiënt van 1,0078 moet worden toegepast.

De verhoging van de aanvullende vergoeding ziet er als volgt uit:

  • de aanvullende vergoeding werd berekend op basis van het loon van een refertemaand vóór 1 januari 2022: herwaarderingscoëfficiënt van 1,0078;

  • de aanvullende vergoeding werd berekend op basis van het referteloon van de maanden januari, februari en maart 2022: herwaarderingscoëfficiënt van 1,00585;

  • de aanvullende vergoeding werd berekend op basis van het referteloon van de maanden april, mei en juni 2022: herwaarderingscoëfficiënt van 1,0039;

  • de aanvullende vergoeding werd berekend op basis van het referteloon van de maanden juli, augustus en september 2022: herwaarderingscoëfficiënt van 1,00195;

  • geen herwaardering indien de aanvullende vergoeding werd berekend op basis van het loon van een refertemaand van het laatste kwartaal van 2022. 

Het grensbedrag van het bruto maandloon zal € 4.851,02 bedragen vanaf 1 juli 2023.

 

Bron: NAR Cao nr. 17/42 van 30 mei 2023 tot wijziging en uitvoering van de cao nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen.

Wens je onze nieuwsbrief te ontvangen?

Ja, ik ga akkoord met de privacyvoorwaarden.