Bijzondere activeringsbijdrage vrijstelling prestaties oudere werknemers

In 2018 werd een bijzondere activeringsbijdrage ingevoerd om ervoor te zorgen dat werkgevers hun oudere werknemers niet vrijstellen van prestaties tegen een al dan niet verminderd loon om zo de striktere voorwaarden van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) te omzeilen.

In 2018 werd een bijzondere activeringsbijdrage ingevoerd om ervoor te zorgen dat werkgevers hun oudere werknemers niet vrijstellen van prestaties tegen een al dan niet verminderd loon om zo de striktere voorwaarden van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) te omzeilen.

 

De bijdrage is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer op het moment dat de werkgever de werknemer vrijstelt van prestaties.

 

In de programmawet wordt het percentage van de activeringsbijdrage voor werknemers tussen 55 en 60 jaar op 20% gebracht.

 

Bijgevolg is de volgende tabel van toepassing vanaf 9 januari 2023 (= datum van inwerkingtreding):

Leeftijd bij het begin van de vrijstelling

% van het loon (verhoogd tot 108% voor arbeiders)

Minimum per kwartaal (€)

< 55 jaar

20 %

€ 300

≥ 55 < 58 jaar

20 %

€ 300

≥ 58 < 60 jaar

20 %

€ 300

≥ 60 < 62 jaar

15 %

€ 225,60

≥ 62 jaar

10 %

€ 225,60

De bijzondere activeringsbijdragen, vermeld in de bovenstaande tabel, worden verhoogd met 25% wanneer de werkgever voor minstens 10% van zijn werknemers deze bijzondere activeringsbijdrage is verschuldigd.

 

Bron: Programmawet van 26 december 2022, BS 30 december 2022.

Wens je onze nieuwsbrief te ontvangen?

Ja, ik ga akkoord met de privacyvoorwaarden.