Solidariteitsbijdrage voor bedrijfswagens: bedragen vanaf 1 januari 2023 gekend

Wanneer u aan één van uw werknemers een bedrijfswagen ter beschikking stelt en hij deze ook voor privédoeleinden mag gebruiken, dan zal u als werkgever hiervoor een solidariteitsbijdrage moeten betalen aan de RSZ.

Wanneer u aan één van uw werknemers een bedrijfswagen ter beschikking stelt en hij deze ook voor privédoeleinden mag gebruiken, dan zal u als werkgever hiervoor een solidariteitsbijdrage moeten betalen aan de RSZ.

 

De solidariteitsbijdrage is afhankelijk van de CO2-uitstoot van het voertuig, maar ook van het type brandstof. De berekeningsformule wordt elk jaar op 1 januari geïndexeerd op basis van het gezondheidsindexcijfer van de maand september.

 

Vanaf 1 januari 2023 zal het bedrag van de solidariteitsbijdrage als volgt worden berekend:

Benzinevoertuigen: [( CO2-uitstoot x 9) – 768] : 12 x 1,5046

Dieselvoertuigen:    [( CO2-uitstoot x 9) – 600] : 12 x 1,5046

LPG-voertuigen:      [( CO2-uitstoot x 9) – 990] : 12 x 1,5046

 

De minimumbijdrage per maand ligt vanaf 1 januari 2023 vast op € 31,34. De bijdrage voor de elektrisch aangedreven voertuigen bedraagt eveneens € 31,34 per maand.

 

Voor voertuigen waarvan de CO2-uitstoot niet gekend is, wordt de CO2-uitstoot bepaald op 182 gr/km voor benzinevoertuigen en op 165 gr/km voor dieselvoertuigen. Dit brengt vanaf 1 januari 2023 een solidariteitsbijdrage van € 110,96 met zich mee voor de benzinevoertuigen en van € 109,08 voor de dieselvoertuigen.

Wens je onze nieuwsbrief te ontvangen?

Ja, ik ga akkoord met de privacyvoorwaarden.